Klik! voor onze astronaut

Klik! voor onze astronaut
Voorpagina | OverMars | Voor onderweg | Artikelen | Actueel | e-Shop | OverOns | Links | Agenda Klik! voor onze astronaut
en de teller staat op: This counter provided for free from Admo.net!
bezoekers sinds november 1999!

Voorpagina > Actueel > Voorwaarts Mars! - nummer 34
nummer 34 – 24 augustus 2003

Woensdag is de dag...

…dat Mars rakelings langs de Aarde scheert. Nou ja, rakelings, het is een beetje overdreven om van een bijna-botsing te spreken want de afstand bedraagt nog altijd 55.758.006 kilometer. Maar het is wel dichterbij dan in tienduizenden jaren het geval is geweest. De laatste keer dat Mars zo helder aan de hemel stond was in 55718 voor Christus en het is de vraag of de Neanderthalers in die tijd daar veel van gemerkt hebben.

De afgelopen weken is niet alleen de zonsondergang maar ook de Marsopgang steeds eerder op de avond gaan plaatsvinden, dus je hoeft inmiddels ook niet meer tot diep in de nacht op te blijven om Mars te zien. De planeet komt momenteel om ongeveer kwart over negen boven de horizon. Die heldere rode “ster” in het zuidoosten, tussen de Waterman en de Steenbok, dat is ‘m….

Verschillende sterrenwachten besteden aandacht aan de historische Mars-oppositie van 2003. Voor een lijst van alle plaatsen waar je een van de komende nachten terecht kan om door een grote kijker naar Mars te turen, kijk hier.

M3 over Aurora en de Beagle

Ook de augustus-editie van de Monthly Mars Meetings was weer een verheffende avond. ESA-medewerker Michel van Pelt gaf uitleg over het Aurora-programma, ESA’s visie op het pad dat uiteindelijk zal leiden naar bemande Mars-missies.

Het is erg leuk om te merken dat daar veel van Zubrin’s "The Case for Mars" in is verwerkt. De opbouw van de missies is zodanig gekozen dat er een sterke opbouw inzit; de richting is duidelijk en elke missie bouwt voort op kennis en ervaring van eerdere missies. En voor de politici en geldschuivers is bij elke missie het nut aan te tonen.

Uit het verhaal van Michel van Pelt viel op te maken dat het een gedreven club mensen is die Aurora momenteel gestalte geeft.

Volgende keer, dinsdag 9 september, is het de beurt aan Michel van Winnendael (ook ESA) om het verhaal over Beagle II af te maken dat enkele M3’s geleden sneuvelde door tijdgebrek.

De M3’s worden iedere tweede dinsdag van de maand gehouden van 19.00 tot 22.00. Plaats van handeling is het gebouw van Dutch Space (voorheen Fokker Space), Newtonweg 1 in Leiden, gelegen op slechts vijf minuten lopen van het station, achter museum Naturalis. Toegang is, zoals altijd vrij, en iedereen, donateur of niet, is welkom. Geef je wel even 24 uur van te voren op bij Gerard Kuijpers, gerardAPENSTAARTmarssociety.nl (maak zelf van de APENSTAART een @) 

Ruimtevaart in de lift

Het idee van een ruimtelift heeft sciencefiction-auteurs geïnspireerd tot het schrijven van een aantal nu al legendarische romans; denk aan Arthur C. Clarke’s “Fountains of Paradise” en Kim Stanley Robinson’s “Red Mars”. Het leek altijd een veelbelovend concept voor de verre toekomst: een systeem om snel grote hoeveelheden materiaal naar de ruimte te transporteren, zonder dat primitieve gedoe met rook en vuur waarmee een traditionele raketlancering gepaard gaat.

Maar misschien is een lift naar de ruimte minder ver weg dan de meesten van ons denken. Recente ontwikkelingen maken het denkbaar dat veel Voorwaarts Mars!-lezers de ingebruikneming van de eerste ruimtelift nog mee zullen maken. Het NASA Institute for Advanced Concepts (NIAC) publiceerde eind 2002 een rapport waarin wordt beschreven hoe een ruimtelift gebouwd kan worden met gebruikmaking van bestaande technologie. Inmiddels heeft ook de Amerikaanse zakenwereld het concept ontdekt, zoals blijkt uit een website als http://www.liftport.com.

Een lift tussen de Aarde en de rest van het heelal moet een lengte hebben van zo’n 91.000 kilometer. De middelpuntvliedende kracht aan de ene kant en de zwaartekracht aan de andere kant trekken de kabel strak. Anders dan voorheen werd aangenomen zou de eerste kabel onvoorstelbaar dun zijn: een lint met een dikte van een duizendste millimeter en een breedte variërend van 5 centimeter aan de beide einden tot 11 centimeter in het midden. Een dergelijk lint, neergelaten vanuit een hoge baan om de Aarde, is in staat om ruim 1200 kilo te dragen. Dat is genoeg om een constructie-apparaat omhoog te laten klimmen om meer materiaal aan het lint toe te voegen.

De positie van het Aardse “aanlandingspunt” moet met zorg gekozen worden: zeer waarschijnlijk zal het grondstation in een windstil gebied op een van de oceanen liggen. Op die manier wordt ook een eigentijdse bedreiging, terrorisme, het hoofd geboden. Een geavanceerd waarschuwingssysteem moet ervoor zorgen dat rondvliegend ruimtepuin de lift niet beschadigt. En mocht er toch iets misgaan, dan zal dat niet tot zo’n wereldwijde ramp leiden als in Robinson’s “Red Mars”; de kabel is zo opgebouwd dat er alleen een grote hoeveelheid uiterst dunne draadjes op Aarde zou neerdwarrelen.

De ruimtelift is een erg duurzame oplossing: zonne-energie is de meest geschikte bron voor de elektriciteit die benodigd is om de liftkooien omhoog te krijgen.

Kortom: waar wachten we nog op? Het grootste probleem is momenteel de fabricage van het benodigde materiaal. Voor het koord naar de ruimte zijn alleen zogenaamde koolstof nanobuisjes sterk genoeg. Dat materiaal is al sinds 1991 bekend maar tot nu toe is er niet meer dan een paar centimeter van geproduceerd. Er moet dus nog wel wat gedaan worden aan de productie-capaciteit, maar dat lijkt geen onoverkomelijk probleem.

Een ander vraagstuk is, zoals bij alle leuke dingen, het geld. Kostenramingen voor de eerste kabel lopen uiteen van 10 tot 40 miljard dollar. De bouwtijd wordt geschat op 15 jaar: twee jaar voor onderzoek, drie jaar voor ontwerp, zeven jaar voor productie op Aarde en drie jaar voor assemblage in de ruimte. Maar een tweede ruimtelift zou al een stuk goedkoper en sneller in elkaar gezet kunnen worden. En het bedrijf dat door de bouw van de eerste ruimtelift de weg naar het zonnestelsel opent zal waarschijnlijk tientallen jaren lang een leidinggevende rol spelen. Wij van Voorwaarts Mars! weten het dan ook zeker: als zo’n bedrijf naar de beurs gaat, slaan we wat aandeeltjes in…

Ook NASA leert te leven van het land

“Leven van het land”, waar hadden we dat vaker gehoord? Inderdaad, uit de mond van Robert Zubrin, ter verduidelijking van zijn Mars Direct-plan. De NASA heeft die beeldspraak inmiddels overgenomen. De Amerikaanse ruimtevaart-organisatie is bezig te onderzoeken hoe op Mars aanwezige grondstoffen gewonnen kunnen worden.

De kooldioxide (CO2) in de atmosfeer kan daarbij een grote rol spelen. Samengeperst tot een druk van 73 atmosfeer en verwarmd tot een temperatuur van 31 graden wordt CO2 een zogenaamde “superkritische vloeistof“. Dat is een toestand waarbij de grenzen tussen vloeistof en gas vervagen. In die vorm is kooldioxide een geweldig oplosmiddel.

Op Aarde wordt superkritische kooldioxide gebruikt om cafeïne uit koffie te halen. Voor de meeste andere toepassingen zijn goedkopere en meer efficiënte oplosmiddelen beschikbaar. Op Mars ligt dat anders, daar is zoveel CO2 aanwezig dat het voor de hand ligt dat te gebruiken om bijvoorbeeld magnesium en water uit de Marsbodem te halen.

Het NASA-onderzoek is niet alleen relevant voor Marsiaanse omstandigheden. Veel van de oplosmiddelen die in de Aardse industrie gebruikt worden zijn giftig, kankerverwekkend of op een andere manier slecht voor het Aardse milieu. De ontwikkeling van CO2 als millieu-vriendelijk alternatief kan daarom een interessante spin-off worden van het Mars-onderzoek, nog voor er ook maar een voet op de Rode Planeet is gezet.

Sterrenfeest in de woestijn

Voor wie toevallig in de buurt is: onze Amerikaanse moederorganisatie organiseert het komend weekend een Star Party bij het Mars Desert Research Station in het zuiden van Utah.

Als Mars en de sterren ergens in de Verenigde Staten goed te zien zijn, dan is het wel in Utah, waar zowel licht- als luchtvervuiling minimaal zijn en een zwaarbewolkte hemel een zeldzaamheid. Naast kijken naar de hemel en feestvieren met gelijkgestemden behoort ook een rondleiding door het station tot de mogelijkheden. Ter verhoging van de feestvreugde zal Robert Zubrin aanwezig zijn met zijn befaamde Mars-peptalk.

Neem zelf een tent, genoeg eten en drinken ( het is tenslotte een Amerikaans feest…) en eventueel een telescoop mee. Bij het Wispering Sands Motel in Hanksville, Utah weten ze de weg. Zie ook

Recensie: Martin Rees - onze laatste eeuw

Sir Martin Rees is hoogleraar astrofysica aan de universiteit van Cambridge en Astronomer Royal van Engeland. Onlangs publiceerde hij “Our Final Century”, waarvan vrijwel meteen een Nederlandse vertaling verscheen onder de titel “Onze laatste eeuw”.

De titel klinkt nogal macaber, al had er eerlijkheidshalve eigenlijk een vraagteken achter gemoeten, want Rees schat de kans dat de mensheid de het einde van de eeuw wel haalt op ongeveer vijftig procent; bovendien hoopt hij met zijn boek die kans te vergroten.

Een groot deel van het boek is niet echt opwekkend leesvoer. Rees haalt alle mogelijke ramp- en doemscenario’s uit de kast; de nucleaire dreiging uit de koude oorlog lijkt slechts een inleiding op wat ons nog te wachten staat. Naarmate biotechnologie, nanotechnologie en informatica zich verder ontwikkelen neemt de kans op rampen toe en worden de gevolgen van een ongeluk steeds ingrijpender. Bovendien wordt het voor kleine groepen extremisten, of zelfs gefrustreerde eenlingen, steeds eenvoudiger om ongelofelijk veel onheil te veroorzaken.

Ook natuurlijke bedreigingen komen aan de orde: de komeetinslagen en supererupties die in het verleden de Aarde al vaker tot een tijdelijk wat minder prettig oord maakten. Het broeikaseffect ontbreekt uiteraard niet. En zelfs bij experimenten met deeltjesversnellers blijkt van alles mis te kunnen gaan. Je leest het allemaal met een mengsel van verbazing, fascinatie en huiver.

Maar Martin Rees is geen doemdenker; hij is in de eerste plaats astronoom. “Onze laatste eeuw” plaatst de bedreigingen in een kosmisch perspectief. Zou het erg zijn als de mensheid zichzelf om zeep helpt? Ja, is het antwoord van Rees, want daarmee wordt misschien wel een prachtige ontwikkeling in de kiem gesmoord. We weten immers niet zeker of leven, en zeker intelligent leven, wel zo makkelijk ontstaat. Wellicht is de Aarde toch uniek in het heelal. Misschien zal in een verre toekomst de hele Melkweg bevolkt zijn door nakomelingen van Aardse levensvormen. Maar dan moeten we nu wel oppassen de zaak niet op te blazen. Wanneer er eenmaal levensvatbare kolonies buiten de Aarde zijn, op Mars, de Maan of andere plekken is dat een soort verzekering dat het allemaal niet in een klap voorbij zal zijn. Maar dan moeten we wel de 21ste eeuw zien te overleven.

“De kosmos heeft een toekomst die potentieel oneindig is. Maar zullen deze enorme uitspansels van de tijd ook met leven gevuld zijn? Of zullen zij zo steriel zijn als de eerste oceanen op Aarde? De keus is aan ons, nog deze eeuw.”

En met die visie kunnen we het alleen maar hartgrondig eens zijn…

laatste wijziging: 26 april 2003
Nog geen donateur?!
Word nu donateur!