nummer 34 24 augustus 2003
Woensdag is de dag...
dat Mars rakelings langs de Aarde scheert.
Nou ja, rakelings, het is een beetje overdreven om van een bijna-botsing
te spreken want de afstand bedraagt nog altijd 55.758.006 kilometer. Maar
het is wel dichterbij dan in tienduizenden jaren het geval is geweest. De
laatste keer dat Mars zo helder aan de hemel stond was in 55718 voor Christus
en het is de vraag of de Neanderthalers in die tijd daar veel van gemerkt
hebben.
De afgelopen weken is niet alleen de zonsondergang
maar ook de Marsopgang steeds eerder op de avond gaan plaatsvinden, dus je
hoeft inmiddels ook niet meer tot diep in de nacht op te blijven om Mars
te zien. De planeet komt momenteel om ongeveer kwart over negen boven de
horizon. Die heldere rode ster in het zuidoosten, tussen de Waterman
en de Steenbok, dat is m
.
Verschillende sterrenwachten besteden aandacht
aan de historische Mars-oppositie van 2003. Voor een lijst van alle plaatsen
waar je een van de komende nachten terecht kan om door een grote kijker naar
Mars te turen, kijk
hier.
M3 over Aurora en
de Beagle
Ook de augustus-editie van de Monthly Mars Meetings
was weer een verheffende avond. ESA-medewerker Michel van Pelt gaf uitleg
over het Aurora-programma, ESAs visie op het pad dat uiteindelijk zal
leiden naar bemande Mars-missies.
Het is erg leuk om te merken dat daar veel van
Zubrins "The Case for Mars" in is verwerkt. De opbouw van de missies
is zodanig gekozen dat er een sterke opbouw inzit; de richting is duidelijk
en elke missie bouwt voort op kennis en ervaring van eerdere missies. En
voor de politici en geldschuivers is bij elke missie het nut aan te tonen.
Uit het verhaal van Michel van Pelt viel op te
maken dat het een gedreven club mensen is die Aurora momenteel gestalte geeft.
Volgende keer, dinsdag 9 september, is het de beurt
aan Michel van Winnendael (ook ESA) om het verhaal over Beagle II af te maken
dat enkele M3s geleden sneuvelde door tijdgebrek.
De M3s worden iedere tweede dinsdag van de
maand gehouden van 19.00 tot 22.00. Plaats van handeling is het gebouw van
Dutch Space (voorheen Fokker Space), Newtonweg 1 in Leiden, gelegen op slechts
vijf minuten lopen van het station, achter museum Naturalis. Toegang is,
zoals altijd vrij, en iedereen, donateur of niet, is welkom. Geef je wel
even 24 uur van te voren op bij Gerard Kuijpers,
gerardAPENSTAARTmarssociety.nl (maak zelf van
de APENSTAART een @)
Ruimtevaart in de
lift
Het idee van een ruimtelift heeft
sciencefiction-auteurs geïnspireerd tot het schrijven van een aantal
nu al legendarische romans; denk aan Arthur C. Clarkes Fountains
of Paradise en Kim Stanley Robinsons Red Mars. Het
leek altijd een veelbelovend concept voor de verre toekomst: een systeem
om snel grote hoeveelheden materiaal naar de ruimte te transporteren, zonder
dat primitieve gedoe met rook en vuur waarmee een traditionele raketlancering
gepaard gaat.
Maar misschien is een lift naar de ruimte minder
ver weg dan de meesten van ons denken. Recente ontwikkelingen maken het denkbaar
dat veel Voorwaarts Mars!-lezers de ingebruikneming van de eerste ruimtelift
nog mee zullen maken. Het NASA Institute for Advanced Concepts (NIAC) publiceerde
eind 2002 een rapport waarin wordt beschreven hoe een ruimtelift gebouwd
kan worden met gebruikmaking van bestaande technologie. Inmiddels heeft ook
de Amerikaanse zakenwereld het concept ontdekt, zoals blijkt uit een website
als
http://www.liftport.com.
Een lift tussen de Aarde en de rest van het heelal
moet een lengte hebben van zon 91.000 kilometer. De middelpuntvliedende
kracht aan de ene kant en de zwaartekracht aan de andere kant trekken de
kabel strak. Anders dan voorheen werd aangenomen zou de eerste kabel
onvoorstelbaar dun zijn: een lint met een dikte van een duizendste millimeter
en een breedte variërend van 5 centimeter aan de beide einden tot 11
centimeter in het midden. Een dergelijk lint, neergelaten vanuit een hoge
baan om de Aarde, is in staat om ruim 1200 kilo te dragen. Dat is genoeg
om een constructie-apparaat omhoog te laten klimmen om meer materiaal aan
het lint toe te voegen.
De positie van het Aardse aanlandingspunt
moet met zorg gekozen worden: zeer waarschijnlijk zal het grondstation in
een windstil gebied op een van de oceanen liggen. Op die manier wordt ook
een eigentijdse bedreiging, terrorisme, het hoofd geboden. Een geavanceerd
waarschuwingssysteem moet ervoor zorgen dat rondvliegend ruimtepuin de lift
niet beschadigt. En mocht er toch iets misgaan, dan zal dat niet tot zon
wereldwijde ramp leiden als in Robinsons Red Mars; de kabel
is zo opgebouwd dat er alleen een grote hoeveelheid uiterst dunne draadjes
op Aarde zou neerdwarrelen.
De ruimtelift is een erg duurzame oplossing:
zonne-energie is de meest geschikte bron voor de elektriciteit die benodigd
is om de liftkooien omhoog te krijgen.
Kortom: waar wachten we nog op? Het grootste probleem
is momenteel de fabricage van het benodigde materiaal. Voor het koord naar
de ruimte zijn alleen zogenaamde koolstof nanobuisjes sterk genoeg. Dat materiaal
is al sinds 1991 bekend maar tot nu toe is er niet meer dan een paar centimeter
van geproduceerd. Er moet dus nog wel wat gedaan worden aan de
productie-capaciteit, maar dat lijkt geen onoverkomelijk probleem.
Een ander vraagstuk is, zoals bij alle leuke dingen,
het geld. Kostenramingen voor de eerste kabel lopen uiteen van 10 tot 40
miljard dollar. De bouwtijd wordt geschat op 15 jaar: twee jaar voor onderzoek,
drie jaar voor ontwerp, zeven jaar voor productie op Aarde en drie jaar voor
assemblage in de ruimte. Maar een tweede ruimtelift zou al een stuk goedkoper
en sneller in elkaar gezet kunnen worden. En het bedrijf dat door de bouw
van de eerste ruimtelift de weg naar het zonnestelsel opent zal waarschijnlijk
tientallen jaren lang een leidinggevende rol spelen. Wij van Voorwaarts Mars!
weten het dan ook zeker: als zon bedrijf naar de beurs gaat, slaan
we wat aandeeltjes in
Ook NASA leert te
leven van het land
Leven van het land, waar hadden we
dat vaker gehoord? Inderdaad, uit de mond van Robert Zubrin, ter verduidelijking
van zijn Mars Direct-plan. De NASA heeft die beeldspraak inmiddels overgenomen.
De Amerikaanse ruimtevaart-organisatie is bezig te onderzoeken hoe op Mars
aanwezige grondstoffen gewonnen kunnen worden.
De kooldioxide (CO2) in de atmosfeer kan daarbij
een grote rol spelen. Samengeperst tot een druk van 73 atmosfeer en verwarmd
tot een temperatuur van 31 graden wordt CO2 een zogenaamde superkritische
vloeistof. Dat is een toestand waarbij de grenzen tussen vloeistof
en gas vervagen. In die vorm is kooldioxide een geweldig oplosmiddel.
Op Aarde wordt superkritische kooldioxide gebruikt
om cafeïne uit koffie te halen. Voor de meeste andere toepassingen zijn
goedkopere en meer efficiënte oplosmiddelen beschikbaar. Op Mars ligt
dat anders, daar is zoveel CO2 aanwezig dat het voor de hand ligt dat te
gebruiken om bijvoorbeeld magnesium en water uit de Marsbodem te halen.
Het NASA-onderzoek is niet alleen relevant voor
Marsiaanse omstandigheden. Veel van de oplosmiddelen die in de Aardse industrie
gebruikt worden zijn giftig, kankerverwekkend of op een andere manier slecht
voor het Aardse milieu. De ontwikkeling van CO2 als millieu-vriendelijk
alternatief kan daarom een interessante spin-off worden van het Mars-onderzoek,
nog voor er ook maar een voet op de Rode Planeet is gezet.
Sterrenfeest
in de woestijn
Voor wie toevallig in de buurt is: onze Amerikaanse
moederorganisatie organiseert het komend weekend een Star Party bij het Mars
Desert Research Station in het zuiden van Utah.
Als Mars en de sterren ergens in de Verenigde Staten
goed te zien zijn, dan is het wel in Utah, waar zowel licht- als luchtvervuiling
minimaal zijn en een zwaarbewolkte hemel een zeldzaamheid. Naast kijken naar
de hemel en feestvieren met gelijkgestemden behoort ook een rondleiding door
het station tot de mogelijkheden. Ter verhoging van de feestvreugde zal Robert
Zubrin aanwezig zijn met zijn befaamde Mars-peptalk.
Neem zelf een tent, genoeg eten en drinken ( het
is tenslotte een Amerikaans feest
) en eventueel een telescoop mee.
Bij het Wispering Sands Motel in Hanksville, Utah weten ze de weg.
Zie
ook
Recensie: Martin
Rees - onze laatste eeuw
Sir Martin Rees is hoogleraar astrofysica aan de
universiteit van Cambridge en Astronomer Royal van Engeland. Onlangs publiceerde
hij Our Final Century, waarvan vrijwel meteen een Nederlandse
vertaling verscheen onder de titel Onze laatste eeuw.
De titel klinkt nogal macaber, al had er
eerlijkheidshalve eigenlijk een vraagteken achter gemoeten, want Rees schat
de kans dat de mensheid de het einde van de eeuw wel haalt op ongeveer vijftig
procent; bovendien hoopt hij met zijn boek die kans te vergroten.
Een groot deel van het boek is niet echt opwekkend
leesvoer. Rees haalt alle mogelijke ramp- en doemscenarios uit de kast;
de nucleaire dreiging uit de koude oorlog lijkt slechts een inleiding op
wat ons nog te wachten staat. Naarmate biotechnologie, nanotechnologie en
informatica zich verder ontwikkelen neemt de kans op rampen toe en worden
de gevolgen van een ongeluk steeds ingrijpender. Bovendien wordt het voor
kleine groepen extremisten, of zelfs gefrustreerde eenlingen, steeds eenvoudiger
om ongelofelijk veel onheil te veroorzaken.
Ook natuurlijke bedreigingen komen aan de orde:
de komeetinslagen en supererupties die in het verleden de Aarde al vaker
tot een tijdelijk wat minder prettig oord maakten. Het broeikaseffect ontbreekt
uiteraard niet. En zelfs bij experimenten met deeltjesversnellers blijkt
van alles mis te kunnen gaan. Je leest het allemaal met een mengsel van
verbazing, fascinatie en huiver.
Maar Martin Rees is geen doemdenker; hij is in
de eerste plaats astronoom. Onze laatste eeuw plaatst de bedreigingen
in een kosmisch perspectief. Zou het erg zijn als de mensheid zichzelf om
zeep helpt? Ja, is het antwoord van Rees, want daarmee wordt misschien wel
een prachtige ontwikkeling in de kiem gesmoord. We weten immers niet zeker
of leven, en zeker intelligent leven, wel zo makkelijk ontstaat. Wellicht
is de Aarde toch uniek in het heelal. Misschien zal in een verre toekomst
de hele Melkweg bevolkt zijn door nakomelingen van Aardse levensvormen. Maar
dan moeten we nu wel oppassen de zaak niet op te blazen. Wanneer er eenmaal
levensvatbare kolonies buiten de Aarde zijn, op Mars, de Maan of andere plekken
is dat een soort verzekering dat het allemaal niet in een klap voorbij zal
zijn. Maar dan moeten we wel de 21ste eeuw zien te overleven.
De kosmos heeft een toekomst die potentieel
oneindig is. Maar zullen deze enorme uitspansels van de tijd ook met leven
gevuld zijn? Of zullen zij zo steriel zijn als de eerste oceanen op Aarde?
De keus is aan ons, nog deze eeuw.
En met die visie kunnen we het alleen maar hartgrondig
eens zijn
laatste wijziging: 26 april 2003