Leven in een transformatorhuisje

We zijn weg uit de Hab. Waarom? Geen idee, althans geen feitelijke input over wat er nou toch was.

Een hoop gedraai van Veronica de commandant en een berg redenen als ‘het is beter voor Iahu-Anat, want de spanningen hier zijn niet goed voor haar’. Verder ‘er zijn zoveel emails geweest van mission support sinds vrijdag’. Maar ik kreeg natuurlijk niet te horen wat er dan in die emails zou hebben gestaan. Hoe ik daar ook naar vroeg. En dan ben ik hard en Nederlands nuchter. Als je een probleem met mij hebt, dan zeg je het tegen mij, recht in mijn gezicht, of, in het geval dat dat niet kan omdat jij elders in Amerika zit, dan schrijf je het mij rechtstreeks. Doe je dat niet, dan is het niet gezegd en nooit gebeurd. Ik kan mij niet verdedigen tegen geklets achter mijn rg. Daar kan ik nisk mee. En om heel eerlijk te zijn, maar dat zal dan ook wel Nederlandse nuchterheid zijn, dan vind ik jou een kneus en kan er alleen maar mijn schouders over ophalen.

Afijn, een hoop gedraai van Veronica, maar geen enkel rechtstreekse vraag om weg te gaan uit de Hab. Ik wist natuurlijk best dat ze dit gesprek met mij had, met Stacy erbij ook nog, omdat ze dat wilde. Ik ben wel blond, maar niet op die manier. Ik wachtte en wachtte daarop, maar het kwam er niet uit. Na zo’n 15 minuten heb ik toen maar gevraagd of ze misschien bedoelde dat we weg moesten gaan? Nou, zo moest ik dat niet zien, het was beter voor de kinderen zo. We zouden in Hanksville in het motel van Don gaan verblijven en dan overdag toch terug komen om erbij te zijn.

Als u die redeneringen snapt, dan hoop ik dat u het me snel, per e-mail, wilt uitleggen. Want dan zijn wij volgens mij alleen maar tijdens het slapen niet aanwezig. Lijkt me verder niet zo zinvol voor die kinderen en de spanningen die zij meent te voelen. Voor mij is eruit eruit. Dit klinkt als een beetje zwanger.

Bovendien of ons vertrek nu echt beter is voor Iahu-Anat, die hier speciaal naartoe was gekomen om onderdeel van een bemanning te zijn, waag ik te betwijfelen.
Ik zou een hoop redenen kunnen bedenken waarom Veronica ons ‘s nachts niet op de Hab zou willen hebben. Het feit dat wij op een normale tijd willen gaan slapen en op willen staan om goed gebruik te maken van de tijd die wij op de Hab hebben overdag is er maar een van. Die geef ik jullie, want die hadden jullie zelf kunnen distelleren uit de blog van Iahu-Anat. De rest hoort Veronica nog wel van mij rechtstreeks.

Oh, een poging van Veronica om mij te kunnen verwijderen zonder zelf schuld te hebben, wil ik u niet onthouden. Enkele uren ervoor had Veronica mij apart genomen, omdat ze van Gino gehoord had dat ik in de kamer van Jared was geweest. ‘s nachts of overdag, dat werd niet helemaal duidelijk want Gino’s verhaal veranderde waar we bij stonden. En of Jared nu wel of niet in die kamer was op dat moment ook niet. Wel beweerde Gino dat hij het met Iahu-Anat had besproken en dat zij had beaamd, dat ik in Jared’s kamer was, omdat Veronica en Jared ruzie hadden. (ja, dat wisten jullie nog niet, maar er was zo nu en dan even heftig mot – tot slaan toe).

Jullie begrijpen dat wanneer een mens zo weinig privacy heeft, het ongevraagd betreden van iemands kamer een kapitale overtreding zou zijn.
Wat moet ik hier verder op zeggen? Dat ik niet op Jared’s kamer ben geweest. Op geen enkel moment tijdens mijn verblijf op de Hab? Ik vermoed dat jullie dat zelf al hadden bedacht. Dat Iahu-Anat helemaal niet begreep wat Gino kletste, want dat zij zo’n conversatie nooit had gehad met Gino. En dat ik bij haar weten niet in Jared’s kamer was geweest. En dat zij (noch ik) niet zou kunnen bedenken wat ik daar had gemoeten. Wat zou ik moeten met een 18-jarige jongen die zo weinig bagage heeft, dat hij niet eens een interessante gesprekspartner zou zijn voor mijn 16-jarige dochter? Ach, kom nou.

Maar het zou een prachtige reden zijn geweest voor Veronica om mij uit de Hab te schoppen, want iemands privacy schenden is volkomen begrijpelijk een ‘capital offence’ hier.
Ik heb de neiging om hier nog een bladzijde over vol te schrijven, maar ik verveel jullie er verder maar niet mee. Ik was nog nooit op wiens kamer dan ook, in welke bemanning dan ook, zonder uitdrukkelijke permissie van zo’n medebemanningslid. Punt.

Iahu-Anat gaat jullieook nog schrijven over het gebeuren. Ze heeft in de auto met mij al zitten bespreken wat ze er allemaal in wil zetten aan observaties, maar we hebben nu even geen internet. En zij ligt nog te slapen, want ze heeft gisterenavond toen wij hier in Ruby’s Inn in het Best Western incheckten nog haar huiswerk zitten maken voor een paar uur. En het was dus laat gisteren voor haar. En het is nu pas 7.01 uur hier. Maar net als thuis of op de Hab ben ik wakker en op.

Ik moet jullie nog uitleggen, waarom ik de titel van mijn blog ‘leven in een transformatorhuisje’ heb genoemd. Leven in een snelkookpan zal jullie logischer hebben voorgekomen. En dat was het blijkbaar toch ook. Maar ik bedoelde dat letterlijk. De elektrische systemen in de Hab zijn zodanig geïnstalleerd dat er heel veel statische elektriciteit is in de Hab. Dat resulteert voor Iahu-Anat en mij dat iedere keer wanneer wij iemand, of iets als de koelkast of een lichtknop, in de Hab aanraken, wij een flinke elektrische schok krijgen. De vonken springen er bij apparaten en lichtknoppen dan letterlijk af. Het nylon tapijt op de bovenverdieping en de stalen traanplaten op de beneden verdieping zullen als vloerbedekkingen dit ongetwijfeld versterken.
Ik mag er dan onmiddellijk uitterlijke verschijnselen van hebben, maar ook voor anderen is zoveel statische elektriciteit natuurlijk niet gezond.

Wat hebben wij gedaan sinds we onze koffers pakten?
We zijn naar het Whispering Sands Motel gegaan om daar te overnachten. Don en Connie Foutz nodigden ons uit voor het avondmaal en we hebben lang, gezellig en heel persoonlijk zitten praten. Paul Graham kwam nog binnen, met wie ik vorige week vrijdag heftige email-woorden had over de slechte en zelfs onnodig gevaarlijke staat van de machines van de Hab. Het is immers niet nodig dat elektrische kabels waar 140 volt op kan staan, onafgedopt in het zand liggen, is het wel? En zo was er nog wel meer. Paul verdween echter even fluks als hij binnenkwam, toen hij mij zag zitten. Meer dan een “Hi” heb ik niet tegen hem kunnen zeggen. Niet kunnen horen van zijn kant wat er was dus ook.

Don raadde ons aan om niet rechtstreeks naar Salt Lake City terug te gaan, maar nu we een aantal dagen tot onze beschikking hadden daar fijn gebruik van te maken om de geologisch zo interessante en indrukwekkende Nationale parken als Capitol Reef en Bryce Canyon te bezoeken. Vandaar dat we nu, na een dag van rondtrekken langs Salt Wash, Factory Butte (allebei onderdeel van de Hab simulaties en ik wilde ze dus aan Iahu-Anat laten zien), Capitol Reef, Dixie National Forrest en Table Cliff Plateau, in een motel in het Nationale Park Bryce Canyon verblijven.

Vandaag trekken we hier dan nog rond om vanavond in Salt Lake City te slapen.
Voor Iahu-Anat’s verhaal moeten jullie haar blog maar lezen.