Klik! voor onze astronaut

Klik! voor onze astronaut
Voorpagina | OverMars | Voor onderweg | Artikelen | Actueel | e-Shop | OverOns | Links | Agenda Klik! voor onze astronaut
en de teller staat op: This counter provided for free from Admo.net!
bezoekers sinds november 1999!

Voorpagina > Artikelen > Home is where the hab is

Home is where the hab is
Dagboek van een Marsonaut

Deel 8 - Het Labyrint van de Nacht

8 juli 2015 / sol 250

Shit, shit, we moeten terug. Net nu we de ontdekking van de eeuw aan het doen zijn. Maar Emilia klonk onverbiddelijk, zojuist over de radio. Het is te gevaarlijk om langer te blijven, er is storm op komst. Aimee baalt net zo erg als ik, maar we kunnen ons op Mars geen burgerlijke ongehoorzaamheid veroorloven.

We hadden hier nog weken kunnen blijven. De eerste dag van onze tocht naar Noctis Labyrinthus had ik nog wat claustrofobische neigingen, hier in dit kleine rovertje. Maar nu, drie dagen later, is de rover een deel van onszelf geworden.

We wisselen elkaar ieder uur af achter het stuur. Degene die niet rijdt houdt zich met de navigatie bezig. Op Mars is het veel lastiger te weten waar je bent dan op Aarde. Een kompas werkt niet want Mars heeft geen noemenswaardig magnetisch veld. GPS en Galileo, waarmee je op Aarde tot op de centimeter nauwkeurig de positie van je grote teen kunt bepalen, hebben we ook niet. Daar zijn namelijk tientallen satellieten voor nodig. Wij hebben hier alleen een paar eenzame orbiters; gelukkig maken die wel haarscherpe foto's en kaarten waar bijna elke kiezel op staat.


..all I ask is a small rover and a star to steer her by..

En gelukkig hebben we onze sextant. Niet zo'n museumstuk als vroeger op schepen gebruikt werd; deze sextant is een icoontje op de desktop. De computer vergelijkt een hoge resolutie-foto van de sterrenhemel met de theoretische sterrenhemel zoals we die zouden kunnen zien. En daarmee kunnen we ook redelijk goed uitvinden waar we zitten. Als het donker is tenminste, want zonder sterren werkt het natuurlijk niet.

Als we er echt niet meer uitkomen kunnen we altijd de zendertjes terug volgen die we om de paar kilometer neerzetten, als Klein Duimpje die de weg naar huis terugvond door een spoor van broodkruimels.

Dit reisje bewijst weer eens dat het een goed idee was astronauten naar Mars te sturen. Er zijn nog steeds mensen op Aarde die het hele ERMEx-project geldverspilling vinden, die denken dat je voor hetzelfde geld honderd onbemande rovertjes kunt sturen. Vergeet het maar! Die honderd karretjes zouden allemaal rondrijden op de Noordelijke hoogvlakte of in andere platte, saaie stukjes van Mars. Hier in het Labyrint, waar je voortdurend moet onderhandelen met rotsblokken, zandverschuivingen, lawines, ravijnen, zou nooit een onbemand voertuig doorgedrongen zijn.


"To boldly go where no robot has gone before"

De monsterdoos op het dak zit inmiddels barstensvol met grondmonsters. Eenmaal vond Aimee een steen waarin ze fossielen meende te bespeuren. Maar ik ben niet overtuigd; er zijn ook andere verklaringen voor die kleine friemeltjes. Anderzijds moest zij me uit de droom helpen toen ik een soort dinosaurusbot dacht te herkennen in een wat vreemd gevormde steen.

Gisteravond hoorden we iets vreemds, iets engs. Het was al donker, we waren bezig onze rapporten te schrijven. Normaal hoor je hier op Mars eigenlijk alleen het ruisen van de wind. In de ijle atmosfeer draagt geen enkel geluid ver. Nu klonk er plotseling ineens een lage fluittoon, een soort gehuil dat een paar minuten aanhield. Daarna keerde de rust weer, ons in verwarring achterlatend. We zijn wetenschappers en geloven niet in bovennatuurlijke machten. Maar we kwamen toch wat moeilijker in slaap dan anders.

Midden in de nacht werd ik wakker. Ik had het warm. Dat was vreemd want ik had het niet meer warm gehad sinds de zomer van 2013. We kunnen stoken wat we willen maar we voelen toch de ijzige kou die aan alle kanten om ons heen hangt. Waarom lag ik hier in dit kleine autootje dan ineens te baden in het zweet? Was het dan toch die mooie vrouw die naast me lag en die ik niet aan mocht, wilde raken? Die mooie vrouw werd op dat moment ook wakker en was net zo verbaasd als ik. En ze was zo slim om even op de thermometer op het dashboard te kijken. Vijfentwintig graden! Nog vreemder werd het toen we de buitentemperaturen checkten: net onder het vriespunt en vlak boven de grond zelfs nog iets warmer. Tropisch warm voor een Marsnacht, waarin het zelfs hier vlakbij de evenaar makkelijk honderd graden onder nul wordt. En blijkbaar warm genoeg om ons life support system voor de gek te houden.

‘Ergens moet zich hier vloeibaar water bevinden.‘

Vanochtend volgde de verklaring: we bleken onze rover geparkeerd te hebben in het plaatselijke filiaal van Yellowstone Park. Het was net licht toen we het geluid weer hoorden. Nu zagen we ook waar het vandaan kwam. Op nog geen tweehonderd meter van ons vandaan kwam hete stoom de grond uit. Een zuil van stoom schoot zo'n vijftig meter de lucht in. Een natuurlijke stoomfluit; we hadden een Mars-geyser ontdekt!

Ergens, niet zo ver onder de grond, moet zich hier vloeibaar water bevinden. Als we ooit nog leven willen vinden op deze planeet moeten we dus hier gaan boren. En met energie en water in overvloed is dit ook meteen een mooie plek voor een permanente basis.

Maar net op het moment dat we grondmonsters begonnen te verzamelen kwam er bericht van de hab. Er was een stofstorm opgestoken in Hellas Planitia. Zoiets kan snel gaan op Mars. Gisteren was het er nog windstil; vandaag is heel Hellas, een zandbak zo groot als de Zwarte Zee, één grote stofwolk.

Nou is Hellas is helemaal aan de andere kant van de planeet. Als het stormt in Australië haal je in Nederland toch ook de was niet binnen? Maar bij mission control herinnerde iemand zich de storm van 2001. Die was ook in Hellas begonnen en had in no-time heel de planeet in het stof gehuld. Het zal nu wel zo'n vaart zal lopen maar het zijn gewoon schijterds, daar in Noordwijk.


Zal de rover sneller zijn als de storm?

En dus moeten we onmiddellijk weg uit deze natte droom van iedere astrobioloog. We moeten ook afzien van ons plan om nog een volle dag door te rijden en via een noordelijke route terug te keren naar Clarke. We zijn omgedraaid en volgen de bakens terug naar huis. Voor zover we niet gewoon onze eigen bandensporen kunnen zien. Jammer, jammer, we rijden over bekend terrein. We zijn hier al geweest. Wat saai.

< Deel 7 - Voor God spelen

laatste wijziging: 2 april 2006
De bemanning:
Emilia Messerotti
  Milaan 1964
  commandant / piloot
Sean McClendon
  Glasgow 1965
  piloot / boordwerktuigkundige
Olga Wisniewski
  Nowosibirsk 1975
  boordwerktuigkundige / bioloog
Klaus Knuth
  Bremen 1977
  bioloog / arts
Aimee Marcuse
  Geneve 1980
  arts / geoloog
Floris Nooitgedagt
  Rotterdam 1981
  geoloog / scheepsjournalist
 
Nog geen donateur?!
Word nu donateur!