Mens in de ruimte is veel slimmer dan robot
Op 14 januari stond op de Forumpagina van de
Volkskrant een artikel van
Govert
Schilling, onder de titel " Bemande reis naar Mars mist helder doel".
Omdat daarin, naar onze mening, geen juiste voorstelling van zaken werd gegeven,
boden we de Volkskrant de onderstaande reactie aan, onder de titel "Marsmissies
zijn mensenwerk". Het artikel werd, met enkele kleine
wijzigingen geplaatst in de krant van 17 januari
onder de titel "Mens in de ruimte is veel slimmer dan robot." Hieronder is
de originele versie te lezen.
(door Frans Blok en Artemis Westenberg) In zijn
artikel op de Forumpagina van 14 januari somt Govert Schilling weer eens
alle vooroordelen op die er bestaan over bemande ruimtevaart: duur, gevaarlijk
en nutteloos. Schilling heeft in een opzicht gelijk: het is duurder om een
mens naar Mars te sturen dan een machine. Een astronaut eet, drinkt en ademt
en een robot niet. Maar de prestaties van zulke goedkope arbeidskrachten
halen het in de verste verte niet bij die van menselijke onderzoekers.
De Amerikaanse rover Spirit, die begin dit jaar
landde in de Gusev krater, kan per dag ongeveer 40 meter afleggen. Bij elke
kiezel moet het wagentje wachten op instructies uit Pasadena en dat kan,
vanwege de afstand, een minuut of twintig duren. De bergen die te zien zijn
op de panorama-foto van Spirit zijn om van te watertanden, zowel uit toeristisch
als uit wetenschappelijk oogpunt. Maar ze liggen gewoon te ver weg; ze bevinden
zich zo'n 2,5 kilometer van de landingsplaats en dat haalt Spirit niet in
de drie maanden van zijn missie. Een astronaut doet een halve minuut over
veertig meter en die bergen bereikt ze binnen een half uur.
Die missieduur van 90 dagen van de Mars Exploration
Rovers is toch al een beetje magertjes. Het ligt voor de hand dat een team
Marsonauten anderhalf jaar op de planeet blijft, tot Aarde en Mars weer in
een gunstige positie zijn voor de terugreis. Dat is dus zes keer zo lang
als het werkzame leven van Spirit.
Een menselijke onderzoeker kan bovendien terrein
verkennen dat onbegaanbaar is voor een robotkarretje. Met de juiste uitrusting
kan een astronaut desnoods langs een steile wand afdalen. Maar het kost het
team van Spirit al hoofdbrekens om de rover veilig van zijn platformpje af
te laten rijden.
Als er tien robots op Mars rondrijden, kan een
geoloog in feite op tien plaatsen tegelijk zijn, stelt Schilling. Jammer
genoeg zijn dat dan waarschijnlijk wel tien vergelijkbare plekken. Om risico's
te vermijden worden voor Marslanders altijd vlakke gebieden ter grootte van
Nederland uitgezocht. En dat is een beetje jammer op een planeet waar juist
het relief zo tot de verbeelding spreekt: bergen van 27 kilometer hoog, ravijnen
van tien kilometer diep.
Van een robotlander als Spirit of Beagle 2 kan
de landingsplaats slechts bij benadering worden bepaald; ergens binnen een
ellips van honderd bij driehonderd kilometer. En dan nog kan er van alles
misgaan. De Viking 1 landde in 1976 op nog geen twintig meter van een rotsblok;
als de sonde daarop was neergekomen had niemand er ooit nog iets gehoord.
Een mens aan de stuurknuppel parkeert zijn ruimteschip desnoods op de middenstip
van een voetbalveld. Bij de eerste maanlanding vlogen Armstrong en Aldrin
gewoon een paar kilometer door toen ze zagen dat de geplande landingsplaats
vol lag met rotsen.
Dat het bijna ondoenlijk is serieus wetenschappelijk
onderzoek op afstand te doen, blijkt uit de experimenten aan boord van de
Viking landers. Er waren drie proeven bedacht die een ondubbelzinnig antwoord
moesten geven op de vraag of er leven is op Mars. Nu, meer dan vijfentwintig
jaar later, is de wetenschappelijke wereld het er nog steeds niet over eens
hoe die proeven geinterpreteerd moeten worden. Een bioloog ter plaatse zou
een vervolgexperiment bedacht hebben. Maar voor je een vervolgexperiment,
op Aarde bedacht, op Mars hebt, ben je zo tien jaar verder.
Zeker, sommige taken zijn te automatiseren en dat
gebeurt dan ook. Satellieten als Global Surveyor, Odyssey en Mars Express
brengen Mars in kaart en registreren tal van andere gegevens. Maar computers
en robots hebben geen intuïtie, geen ervaring en geen improvisatietalent.
En het zijn juist die eigenschappen die mensen tot zulke goede wetenschappers
maken. Een mens legt verbanden, krijgt geniale ingevingen. Een robot zou
de ontdekking van de eeuw gewoon over het hoofd zien omdat hij er niet voor
geprogrammeerd is.
Mars heeft evenveel landoppervlak als de Aarde.
Er zijn reusachtige kloven, kraters in alle soorten en maten, duinen,
uitgedroogde rivierbeddingen, uitgedoofde (?) vulkanen, tafelbergen, ijsvelden,
chaotische terreinen. Misschien is of was er leven. Mars is een wereld op
zich; het is onmogelijk een voorstelling te maken van de geheimen die wachten
op ontdekking. En ontdekken is nog altijd mensenwerk.
Opvallend genoeg noemt Schilling zelf al een aantal
argumenten die zeker ook pleiten voor een bemande Marsmissie: technische
spin-off, economisch gewin, het verleggen van grenzen. Daar kunnen wij
bijvoorbeeld nog aan toevoegen dat zo'n doel hele generaties kan inspireren.
En Bush heeft ook goed begrepen dat ruimtevaart-met-een-bestemming een uitstekend
middel kan zijn om een verdeelde natie als Amerika weer te verenigen achter
een gemeenschappelijk ideaal. De mensheid als geheel zou zo'n doel ook wel
kunnen gebruiken. Maar je kunt het de Amerikanen niet kwalijk nemen dat zij
dit soort dingen gewoon doen terwijl de rest van de wereld vanaf de zijlijn
toekijkt en cynische opmerkingen maakt.
Kolonisatie en
terraforming, eventjes aangestipt door Schilling, komen pas in een veel
later stadium aan de orde. Niemand noemt het bevolkingsvraagstuk als reden
om naar Mars te gaan, ook de Mars Society niet. Maar het is wel een wenkend
perspectief voor de verre toekomst. Want wij kunnen ons geen mensheid voorstellen
die tot in lengte van dagen gebonden blijft door de zwaartekracht van zijn
eigen planeet.
ir. F. W. Blok en dra. A.A. Westenberg zijn
respectievelijk webmaster en woordvoerster van de Stichting Mars Society
Nederland
Niet naar
Mars vanwege de overbevolking
Het bovenstande artikel werd geplaatst, maar de
Forum-redactie bracht wel, zonder overleg, een aantal wijzigingen aan. De
alinea over de Viking die bijna op een rotsblok landde en de Apollo 11 die
dankzij Armstrong en Aldrin juist niet op een rotsblok landde, werd geschrapt;
blijkbaar geen goed argument
..
Een vrouwelijke astronaut, dat is voor de Volkskrant
ook nog een brug te ver; de zin "een astronaut doet een halve minuut over
veertig meter en die bergen bereikt ze binnen een half uur." werd omgezet
in een sexe-neutrale formulering.
In de laatste alinea
werd de eerste zin (over kolonisatie en terraforming) geschrapt. Daardoor
komt die alinea een beetje uit de lucht vallen. En wat vervelender is: het
wordt niet duidelijk wat er nou precies "een wenkend perspectief voor de
verre toekomst" is. Snelle lezers denken dan al snel dat de Mars Society
de emigratieformulieren al klaar heeft liggen. Onder hen Marcel Hulspas die
in het maart-nummer van Natuur en Techniek de Mars Society in de hoek zet
als "interplanetaire padvinders" die bevolkingsgroepen willen deporteren
naar Mars om de overbevolking op Aarde op te lossen. Terwijl we nota bene
met zoveel woorden zeggen dat we Mars juist NIET als oplossing voor de
overbevolking zien.
De eerste reizen naar Mars zullen gemaakt worden
door een handvol mensen. Later zullen misschien enkele tientallen volgen,
nog weer later wellicht honderden of wie weet duizenden. Maar zeker geen
miljoenen, laat staan de miljarden die de oversteek zouden moeten maken om
op Aarde werkelijk enige ruimte te scheppen. Het probleem van de overbevolking
zal hier op onze eigen planeet opgelost moeten worden.
Terraforming, het veranderen van Mars zodanig dat
we er zonder ruimtepak kunnen rondlopen, is een interessante mogelijkheid
die we niet moeten uitsluiten. Want wie wil er nou geen nieuwe wereld erbij?
Maar nogmaals: het is iets voor de verre toekomst.
laatste wijziging: 6 maart 2004